De krant doorbladeren doet me pijn. Het lot van uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland wordt vandaag als een rot ei bij mijn ontbijt geserveerd. Het zal je maar gebeuren dat je nergens meer welkom bent, op straat gezet, het land uit moet. ‘Steeds meer Nederlanders vangen thuis vluchteling op’, kopt de Volkskrant. ‘Maar’, zo waarschuwt de woordvoeder van Vluchtelingenwerk, ‘bezint eer ge begint, want sommige asielzoekers zijn zwaar getraumatiseerd door de gebeurtenissen in het thuisland.’ Het star volgen van regels veroorzaakt een misdaad tegen de menselijkheid. Nederland mag zich de ogen uit zijn kop schamen om juist deze kwetsbare groep op straat te zetten.
Door Christel Cosijn, in: Amigoe, 17 april 2015.
Maar de onderlinge solidariteit van de vluchtelingen groeit; de sterken komen op voor de zwakkeren. Daar kan politiek Nederland een groot voorbeeld aan nemen. Men herdenkt al 70 jaar trouw de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog (WOII) met de -loze- kreet ‘Dit mag nooit meer gebeuren’. Maar de onlangs overleden Duitse Nobelprijswinnaar en schrijver Gunther Grass waarschuwde vlak voor zijn dood voor dezelfde fouten van toen: ‘We lopen slaapwandelend WOIII tegemoet.’
Universitaire studenten en docenten die sinds februari het Amsterdamse Maagdenhuis bezetten, zijn afgelopen weekend eveneens verdreven door de ME. Ze protesteren verder op straat. En zo lopen vluchteling en student elkaar in de armen. Zij vechten zij aan zij voor zinvol leven, een dak boven hun hoofd met een studie of een baan. Zou een van de moeders de beelden zien op tv en haar kind herkennen dat wordt weggesleept? Is de veiligheid van onze kinderen niet de grootste zorg van iedere moeder? Wanneer gaat het roer echt om?
Afgelopen vrijdag appte ik Nikita vanaf Zanderije dat we weer richting Aruba vertrokken. Ze keek uit naar onze skype-ontmoeting met verhalen over Suriname. Maar weer thuis volgt een radiostilte. Zo een waarvan je spontaan je eerste grijze haren krijgt. Nikita zou die avond met vriendin L. naar Pal Mundo gaan, een groots muziekevenement voor Latin Lovers in Ahoy in Rotterdam, met artiesten als Juan Louis Guerra en Claudio Philips. Tussen de berichtjes in mijn overvolle mailbox vis ik haar mailtje er als eerste uit.’Een blanke Antilliaan en een zwarte Hollander’; een rapport over haar eigen ervaring als blanke Antilliaan in Nederland. Nikita stelt dat zij in eerste instantie werd omarmd door haar klasgenoten, maar toen bleek dat zij niet dacht, deed en voelde zoals zij, namen ze afstand. Onbewust discrimineerden zij op haar etnische afkomst.
Nikita had dus de kans gehad om er bij te horen, maar haar uiterlijk, dat eerst in haar voordeel leek, keerde zich tegen haar. Vanbinnen is ze nu eenmaal anders. Haar klasgenootjes konden dat steeds moeilijker accepteren. Het kwetste haar. Als tegenreactie begon ze hen ook als ‘achterlijk’ te beschouwen omdat zij op hun beurt niets van Bonaire afwisten.
Haar onderzoeksvraag ligt dan ook voor de hand: ‘Wat is de invloed van etnische discriminatie op de psyche van de mens?’ Met deze eenvoudige vraag snijdt ze een van de grootste mondiale vraagstukken van deze tijd aan. Etnisch betekent afkomst en discrimineren betekent onderscheiden. Op zich prima om mensen die ergens anders vandaan komen te kunnen onderscheiden van jezelf, ware het niet dat na verloop van tijd dit ‘discrimineren op etnische afkomst’ een negatieve lading kreeg. Tegenwoordig betekent het: ‘het niet accepteren dat iemand ergens anders vandaan komt’.
Goed beschouwd te absurd voor woorden.
Zaterdagochtend – inmiddels middag in Nederland – nog steeds geen teken van leven van Nikita. Met een steen in mijn maag vraag ik via FB aan L. of alles oké is met Nikita. L. laat weten dat ze hebben genoten en dat volgens Errol Nikita veilig thuis is maar nog slaapt. Maar ze vertelt niet dat de metro niet meer reed om 1 uur ‘s nachts en dat ze toen samen met twee jongens uit Bosnië-Herzegovina een taxi naar Centraal Station hebben genomen om vervolgens na een hamburger een hele late trein naar Den Haag te nemen. En ze vertelt ook niet dat zij daar is uitgestapt terwijl Nikita in haar uppie om 3 uur ’s nachts – in haar minirokje – naar Schiphol doortreint en pas om half 5 met de bus in Haarlem aankomt.
Doodsangsten zou ik hebben uitgestaan als ik het had geweten. Maar nu ik het verhaal over de vluchtelingen lees, schaam ik me een beetje voor mijn heftige bezorgdheid. Hoeveel moeders snakken naar een teken van leven van hun gevluchte kind? Hoelang duurt hun radiostilte al?
Sinds ik weet dat opstandige universitaire studenten zij aan zij staan met uitgeprocedeerde asielzoekers, ongeacht hun afkomst, groeit in mij weer hoop. Hoop dat onze wereld anders wordt. Beter anders.
‘Wat doet etnische discriminatie met de psyche van een mens?’ vraagt Nikita zich af. Vroeg iedereen zich maar eens oprecht af hoeveel geestelijk leed wordt veroorzaakt door buitensluiting. Helaas weten te veel mensen hier inmiddels het antwoord al op. Uit eigen ervaring.
Meisje, laat je niet verleiden om te worden zoals zij. Observeer en blijf open-minded naar iedereen, dat is je grootste kracht. Ik kijk uit naar je nieuwe onderzoeksvraag.
Wat een fijne column weer. Ik kreeg tranen in mijn ogen, denkend aan al die vluchtelingen en moeders die hun kind misschien wel kwijt zijn, gezinnen die uitelkaar gerukt worden. Echt vreselijk. Nikita blijft in haar kracht staan.. Goed zo meisje, je tante is trots op je hoor! En ook op je mama die t weer eens zo perfect verwoord heeft! Waar gaat het naar toe op déze manier? xxx
Heel knap verwoord! X
Stuur eens een column naar de Metro!
Die staan beslist open voor deze onderwerpen.