Terwijl ik een dagje naar Klein Bonaire ga om lekker te ontspannen, bezoekt Nikita in Amsterdam ‘Late Rembrandt‘; een tijdelijke tentoonstelling van Rembrandts laatste honderd werken. Ze had mijn uitdaging aangenomen om als pers te gaan. ‘Het was een zonnige dag,’ zo vertelt ze me later als we skypen. ‘In Nederland kun je dat ruiken, mam. Een vrouw droeg een bontjas. Nou ja, met dit weer!’
Door Christel Cosijn, in: Amigoe, 19 maart 2015.
‘Dat is status,’ leg ik haar uit. ‘Status? Nou, maar haar geur was echt geen status, hoor.’ Nikita geeft een ooggetuigend verslag en ik moet regelmatig lachen om hoe zij de wereld beleeft. Bijvoorbeeld haar beleving van het tijdsverschil. Niet die 5 uur die tussen Nederland en Bonaire zit, maar haar tijdsbeleving in het museum. Kun je je als 19-jarige wel een voorstelling maken van een eeuw? Honderd jaar is iets onvoorstelbaars. Mijn opa werd op een haar na 100 jaar, maar zij is geboren aan het eind van een eeuw. Geeft dat haar wellicht het gevoel dat een eeuw maar 4 jaar duurt?
‘Er waren veel oudere mensen in het ‘Rijks’, met van die roldinges, waarmee ze me van mijn sokken reden. Die kwamen natuurlijk kijken naar hun eigen tijd, van toen zij nog klein waren.’
Na even doorvragen ontdekt Nikita dat er geen 1962 bij een van de schilderijen stond, geen 1862, of zelfs geen 1762, maar 1662. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook niet uit mijn hoofd weet in welke eeuw Rembrandt van Rijn leefde, maar wel dat het wat langer geleden is dan de vorige eeuw. Late Rembrandt opende een maand geleden haar deuren, maar toen was ze te druk met school. Gisteren heeft ze het plan van aanpak ingediend voor haar project: een experiment met hangjongeren en de mate van onveiligheidsgevoelens van voorbijgangers. Ik vraag me ineens af of er in de tijd van Rembrandt ook al hangjongeren bestonden. Middeleeuwse hangjongeren.
Ik zoek de Nachtwacht op, Rembrandts beroemdste werk. Het is een schuttersstuk dat als groepsportret werd besteld door het Schuttersgilde. Pas anderhalve eeuw later kreeg het zijn bijnaam De Nachtwacht, zoals we het nu kennen. Meestal waren groepsportretten toen wat stijfjes waardoor dit schilderij opviel. En ook omdat Rembrandt het vrij donker hield, waardoor hij met het licht kon spelen, een techniek waar hij nog steeds erg om wordt geroemd. Maar waarom moesten die schutters er op uit? Wilden ze de middeleeuwse hangjongeren verdrijven? Ik google op Middeleeuwen.
De Middeleeuwen duurden maar tot 1500 na Christus en Rembrandt leefde van 1606 tot 1669. Zo moeder zo dochter dus als het gaat om tijdsbesef, want Rembrandt is dus geboren in de 17e eeuw, in de Nieuwe Tijd. Maar ik snap nu ook wel mijn verwarring. De 17e eeuw wordt ook wel de Gouden Eeuw genoemd; een tijd van welvaart en economische vooruitgang in Europa. De tijd waarin de VOC werd opgericht. Totdat het tij keerde in 1672, toen de Fransen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de oorlog verklaarden. Wiki zuigt me verder de geschiedenis in en het duizelt me van alle namen en van alle oorlogen waarin ik verzeild raak. Wat een zooitje was het toen. Maar als ik de krant van vandaag doorblader zie ik nog steeds dezelfde taferelen voorbijkomen. Ik zucht en fluit mezelf terug on topic: Hangjongeren in de Gouden Eeuw. Misschien is het toen inderdaad begonnen. Alle welvaart die Nederland toen kende moet ook verveling met zich hebben meegebracht. Het waren vast en zeker de praalzuchtige kinderen van de adel die de eerste hangjongeren vormden, pochend met hun brokaten kleding, versierd met gouden gespen en diamanten lovertjes.
Ik word nieuwsgierig naar wat voor leven Nikita in de 17e eeuw zou hebben gehad. Zou ze ook onderzoek doen naar het gedrag van mensen en belangstelling hebben voor de psyche? Of zou ze juist naar haar favoriete hangplek gaan om de laatste roddels te bespreken en vanachter haar waaier samen met haar vriendinnen zitten fluisteren over de jongemannen uit de buurt? Konden we er maar achter komen hoe ons leven eruit had gezien, een paar eeuwen geleden. Maar eigenlijk zou ik het nog spannender vinden om mijn leven te bekijken over een paar honderd jaar. In de toekomst dus. Leef ik nog op aarde? Of op een andere planeet? En zou het Rijksmuseum nog bestaan? Zou er dan misschien een 19-jarige student Rembrandts werken bekijken om verslag te doen voor een krant op Pluto of Venus? Een student Aardekunde wellicht, die heel misschien, als hij moet wachten op zijn ruimteschip, tussen een groepje hangjongeren terechtkomt. Of zou het een uitstervend soort zijn geworden, dat tegen betaling is te bezichtigen in Artis?
Ik hoor Nikita al zeggen: ‘Rustig maar, mama. Voorlopig zijn die hangjongeren nog lang niet uitgestorven en ga ik dat experiment doen. Misschien voor jou wat saai, maar gewoon, als Nikita Grootemaat.’ Het verbaasde niemand toen ze psychologie ging studeren. En mij het allerminst. Ze weet me steeds opnieuw met de snelheid van het licht met beide voeten terug op aarde te brengen. Gelukkig wel in de juiste eeuw. Nog wel.
// Amigoe, 19 maart 2015.
IK krijg de indruk dat de vroege generatie van deze eeuw meer indruk op Nikita maakte dan de late van Rembrandt. En wij als uitstervend ras toch echt zelf moeten gaan kijken om nog een laatste glimp te vangen van zijn speelse licht. Of anders tijdreizen, mam ;-).
Elly, haha, ja, zij bekijkt en observeert liever de nog levende ‘uitstervers’, dan de Late Rembrandt. Ze vindt sowieso abstracte werken prettiger om naar te kijken en ik ben het met haar eens. Of de grote impressionisten als Monet, Manet en Gaugin. Maar Rembrandts lichtspel is nu eenmaal fenomenaal.
Tijdreizen, why not. Maken we die al niet als we een filmkijken of een goed boeklezen, dat vraag ik me af.